Hielklachten en pijn in de hiel: Alles wat u moet weten
Plantaire fasciitis, een pijnlijke irritatie of ontsteking van de voetzoolpees, wordt gekenmerkt door startpijnen bij het opstaan, zwelling en pijn tijdens langere wandelingen. Onze behandeling richt zich op het wegnemen van de oorzaak, vaak door het aanmeten van op maat gemaakte podotherapeutische zolen. De meeste patiënten ervaren verlichting binnen 3 maanden, hoewel startpijnen tot 9 maanden kunnen aanhouden bij langdurige klachten.
Wij zijn er van overtuigd dat u, met een paar goede adviezen, hielklachten kunt voorkomen en genezen.
Korter dan 6 weken hielklachten? Wij geven een schoenadvies, loopoefeningen en een speciale massagetechniek die u zelf kunt toepassen. Hierdoor bent u binnen 6 weken vaak weer klachtenvrij.
Langer dan 6 weken hielklachten? Hieronder leest u ons behandelplan.
Behandelplan bij hielklachten
1. Onstekingsfase
Rust, rust en rust. In de ontstekingsfase is het belangrijk om de voet minder te belasten.
-
-
- Probeer in de acute fase zoveel mogelijk werkzaamheden zittend te doen, bijv. strijken, aardappels schillen.
- Dweilen met stok, ramen wassen niet op een trap.
- Vermijd trappen lopen.
- Wandelen of boodschappen doen zo kort mogelijk (10 minuten, niet een half uur). Niet slenteren of winkelen.
- Niet op de hurken zitten met de tenen gebogen.
- Vermijd sporten zoals loopband en andere cardio fitness apparaten. Als u fietst zet dan niet alleen uw voorvoet op het pedaal zodat de tenen buigen, beter kunt u de middenvoet op het pedaal zetten.
-
2. Herstelfase
Na 1 week rust moet u uw voet weer gaan belasten om te zorgen dat de collageenvezels de goede trekrichting krijgen.
-
-
- Loopoefeningen: Een goede afwikkeling van de voet is hierbij belangrijk voor een zo?n snel mogelijk resultaat. Antalgisch lopen, slenteren en staan is niet aan te raden. Zet eerst uw hiel neer en neem een iets grotere pas voor een betere afwikkeling van de voet.
- Podotherapeutische zolen: De juiste ondersteuning met podotherapeutische zolen bevordert de genezing en zorgt voor nagenoeg geen recidief.
- Taping: Taping kan verlichting geven van de klachten gedurende de herstelfase.
- Massage: ‘s Ochtends en ‘s avonds de voet zacht masseren. Na zwaardere belasting de voet koelen d.m.v. ijs in een washandje.
- Schoenadvies: De juiste sportschoenkeuze is zeer belangrijk. Soms veroorzaakt een bepaalde schoen een klacht. Andere schoenen kunnen helpen een klacht te voorkomen
-
3. Opbouwfase
-
-
- Graded Activity: Met een trainingsprogramma helpt uw podotherapeut u om de belastbaarheid weer zo snel als mogelijk is op te bouwen. Als de belastbaarheid weer helemaal optimaal is kunt u op controle bij de podotherapeut om de zooltherapie indien mogelijk af te bouwen.
- Rekoefeningen: Als de spieren soepel blijven functioneren ze beter. De podotherapeut vertelt u welke spieren gerekt en welke verstevigd dienen te worden.
-
Andere behandelmogelijkheden
- Fysiotherapie: o.a. manuele therapie bij beperkte bewegingsmogelijkheid in de voet, waarbij soms shock wave een ondersteunende behandeling kan zijn.
- Shockwave: Shockwave therapie is een behandeltechniek waarbij patiënten worden blootgesteld aan krachtige ‘schokgolven’, die door middel van een behandelkop nauwkeurig gericht worden zodat ze op de gewenste locatie in het lichaam een mechanisch effect hebben. Shockwaves versnellen het genezingsproces door de zelfhelende eigenschappen van het lichaam te activeren, ze stimuleren de stofwisseling en verbeteren de bloedcirculatie.
- Pijnstillers en/of ontstekingsremmers: Zoals Ibuprofen of Aleve.
- Raadpleeg altijd uw huisarts hierover.
- Gips: Geeft verplichte rust.
- Nadeel: de spieren worden stijver hiervan.
- Injectie:
- Voordeel: Het werkt ontstekingsremmend en tijdelijk pijnstillend.
- Nadeel: het is soms erg pijnlijk en helpt niet altijd. Als het pijn verminderend werkt gaat u de voet mogelijk meer belasten, waardoor de ontsteking weer eerder terugkomt. Ook kan er littekenweefsel ontstaan.
- Operatie: Wordt afgeraden. Is er na twee jaar geen verbetering opgetreden dan kan men dit met de huisarts bespreken.